maandag 3 augustus 2009
De geuren en kleuren van het Oosten
We zijn zoals gepland onze dag gestart met een ontbijt in het Hilton hotel. Prima verzorgd maar eenmaal je zo'n hotel binnenstapt ben je plots zo ver weg van datgene wat landen als Maleisië zo uniek maakt. Nu, we hebben er van genoten en dat mocht wel voor die prijs.
Sedert ons vertrek uit Brugge zijn we bijna non-stop op stap geweest. Daarom stond er vandaag een rustige verkenning van Kuching op het programma. De buurt rond de hotels en de verzorgde promenade langs de rivier zijn nogal toeristisch. De meeste toeristen zijn Maleisiërs, westerlingen maken hoogstens 5% uit van het straatbeeld.
Als je de toeristenwinkels links laat liggen en een kilometer verder stapt, dan kom je in het echte Kuching terecht. Een bruisende mix van mensen die kopen en verkopen, die praten en eten en die op de onvermijdelijke brommertjes door de stad tuffen.
De geur van de stad is een vreemde mengeling van rijpe vruchten en gedroogde vis en dat alles omgeven door een wolkje peper, een van de specerijen die geteeld worden op Borneo. De stalletjes bulken van de superhete rode pepers, kruidenmengelingen in de mooiste kleuren, mooie en kitscherige stofjes voor de dames, namaak Rolex horloges, Nokia gsm's, ... je kan het je zo gek niet voorstellen of het wordt wel ergens te koop aangeboden.
Wat heel leuk is, is dat de lokale bevolking je aankijkt met vragende ogen naar een begroeting. Als je er op reageert, wat we natuurlijk doen, dan word je bedankt met een vriendelijke groet, een verlegen glimlach van de jonge meisjes en heel vaak een kort praatje. Ik zie er al tegen op om weer in Europa rond te stappen waar we met zijn allen ons best doen om op straat rond te lopen alsof we er alleen zijn. Hier zijn wij echt vreemdelingen, we vallen minstens evenveel op als een Gambiaan die door Brugge fietst, we worden nergens aangeklampt om ons dingen aan te smeren. Hier zijn wij duidelijk welkom en mensen vragen naar wat uitleg over wie we zijn en waar we vandaan komen.
Ik voel me beschaamd als ik er aan denk hoe we in Vlaanderen omgaan met mensen die ons vreemd zijn. Je moet maar eens het forum van De Standaard en Het Laatse Nieuws lezen om het te weten.
Het verwondert me hier steeds minder dat er zo'n onveiligheidsgevoel bestaat bij ons. We zijn eenzaam in onze weelde en rijkdom en het menselijke contact is beperkt tot een kringetje van intimi. Met alle gevolgen vandien voor die mensen die geen vriendenkring meer hebben.
Oude mensen worden hier zonder uitzondering begeleid door jongere familieleden. En zoals in heel veel landen in het Zuiden is de bevolking hier opmerkelijk jong. Een paar maanden geleden vroeg een Congolese collega me, na zijn eerste bezoek aan België, waar de jongeren waren in ons land. "Ik zie alleen maar oude mensen", zei die. En eigenlijk zat er wel waarheid in zijn uitspraak. In een land als Maleisië valt dit des te meer op. Hier is de straat van de jonge mensen en ze doen die straat leven en bruisen.
Maar genoeg beschouwingen, we mogen niet beginnen idealiseren en wij zijn uiteindelijk met vakantie.
Straks gaan we na zonsondergang genieten van een Chinese fondue met vis en zeevruchten op lokale wijze. Goed gekookt weliswaar.