maandag 17 augustus 2009

Fake street, city views en toch wat natuur










We hebben maar 1 volle dag om Kuala Lumpur te verkennen en dat doen we dan ook intensief. Je geraakt hier zowat overal met het openbaar vervoer dat bestaat uit een monorail, een metro, een sneltrein en natuurlijk de bussen die steeds begeleid worden door een jongeman die luidkeels passagiers probeert te ronselen.

Morgen reizen we verder naar Malakka en dat gaat per tourbus. Om een ticket te bemachtigen moet je in het Pudraya busstation zijn. Probeer je een lawaaierig gebouw voor te stellen vol winkeltjes, stalletjes, eetkraampjes en schreeuwende ronselaars die je proberen te overtuigen om met hun bus mee te reizen. En een kleine 1000 mensen die vertrekken of aankomen. Na wat zoekwerk vonden we het loket van Transnasional. Die brengen ons morgen op twee uur tijd 144 Km verder in Maleisië voor de ronde prijs van 24 Ringgit voor 2 personen (ongeveer 5 euro). De reis verloopt via de snelweg die Kuala Lumpur verbindt met Singapore.

Het Pudraya busstation ligt vlak naast Chinatown. Zoals overal in Maleisië is dit een bonte mengeling van winkels en kraampjes in warme en ook protserige kleuren. Centraal loopt de Jalan Petaling, een overdekte winkelstraat vol kraampjes met textiel, handtassen en uurwerken. Na nader toezicht hebben we de straat herdoopt in "Fake street of Namaakstraat". Alle producten pronken met dure namen zoals Breitling, Gucci, Dior of Chanel. Je hoeft echt geen specialist te zijn om vast te stellen dat dit allemaal namaakspullen zijn. En toch zie je veel Westerse toeristen die zich laten verleiden om die dingen te kopen. Dat ze daarmee een fikse boete riskeren bij terugkeer in Europa lijkt hen niet te deren. En dat voor een prul dat vermoedelijk in de een of andere louche Chinese fabriek gemaakt werd door sukkelaars die er hard moeten werken voor een aalmoes en vooral met minderwaardige materialen.

In een zijstraatje vonden wij 2 Chinese winkels waar wel boeiende dingen verkocht werden. We tikten een mooie kalligrafie set op de kop en Christel vond er een Chinees beiteltje en een speciale houten klem om steentjes en keien in te verankeren tijdens het letterkappen. We stapten nog even de lokale Chinese tempel binnen vol kitscherige draken, vloekende kleuren en dampende wierookspiralen. Het moet wel gezegd worden, je bent steeds welkom in die tempels.

De luchtbrug tussen de Petronas Twin Towers is gesloten op maandag dus reden we met een taxi naar de iets verder gelegen Menara Tower. We reden onder andere door de Jalan Yap Ah-Loy, genoemd naar de stichter van Kuala Lumpur (de naam betekent zoveel als modderbaai). De Indische chauffeur wist ons te vertellen dat dit de enige eer was die de stichter van de stad te beurt gevallen was. Reden? Het was een Chinees en geen moslim. Hier in de hoofdstad merk je toch meer dat de macht in dit land in handen is van de Islamitische sultans en dat de andere bevolkingsgroepen een trapje lager staan op de maatschappelijke ladder.

De Menara toren is 421 meter hoog en is daarmee niet zoveel kleiner dan de Petronas Twin Towers. Je wordt er met een supersnelle lift naar het observatiedek gebracht op 276 meter boven de grond. Dat levert een spectaculair zicht op deze megastad waar je de hele wereld tegenkomt. Bij het ontbijt zit je tussen Aziaten, Afrikanen, Westerlingen en Arabische oliesjeiks die vergezeld worden door vrouwen in zwarte burka's. Als je ziet hoe die vrouwen hun toastje met confituur moeten opeten onder een zwart lapje stof dan stel je toch wel wat vragen over deze extreme kleding. Maar je kan je evenveel vragen stellen over de bleke volslanke Westerlingen wiens Michelinbandjes ongegeneerd uit veel te kleine t-shirts vallen boven het ontbijtbuffet.

In het toegangsticket voor de Menara Tower zit ook een gratis ponyrit, een "spannende" rit in de F1 simulator en een bezoekje aan de zoo die zich aan de voet van de toren bevindt. Pony's en F1 lieten we voor wat ze zijn en we staken even onze neus binnen in de zogenoemde zoo. Opnieuw een collectie vogels, reptielen en amfibieën, aangevuld met enkele aapjes. Opnieuw super verzorgd maar véél te kleine kooien en terrariums.

Tussen al dat toeristisch geweld vonden we bijna bij toeval de toegang tot het Bukit Nanas natuurreservaat. Geloof het of niet maar aan de voet van deze enorme communicatietoren ligt ongeveer 12 hectaren oorspronkelijk regenwoud dat al sedert 1906 beschermd wordt tegen de bouwwoede die de omliggende stad tekent. Er zijn enkele verzorgde wandelroutes doorheen het bos vol meranti en merbaubomen. Het kent een opmerkelijke soortenrijkdom en wij liepen enkele aapjes tegen het lijf. Zonder kooitjes.

Een stad verkennen in deze vochtige tropen is fysiek zeer vermoeiend. We pauzeerden even aan het zwembad van ons hotel en trekken vanavond opnieuw de stad in. En blijkbaar deden we er goed aan om even terug te keren want terwijl ik dit schrijf barst er hier een zwaar tropisch onweer uit boven de stad. Zou de bliksem op de Petronas Twin Towers vallen?