vrijdag 21 augustus 2009

Epiloog








Ons hotel in Singapore was zoals eerder gemeld een echte meevaller. Alles er op en eraan, een prima ontbijt in de Skylounge met opnieuw dat prachtige uitzicht op de stad.

In de voormiddag hadden we nog voldoende tijd om 2 interessante plaatsen te bezoeken : Arab Street en het Raffles hotel. Dat hotel is een enorm gebouw in Engels koloniale stijl dat een en al 19de eeuwse grandeur uitademt. Het is wit geschilderd, heeft majestueuze trappen in Italiaans Carraramarmer en wordt gesierd door schitterende binnenplaatsen en tuinen. Je hebt niet veel verbeelding nodig om je hier de sierlijke dames en geüniformeerde heren bij voor te stellen die ooit het mooi weer maakten in Singapore.
Of dat koloniale weer voor iedereen even mooi was valt sterk te betwijfelen. Niet zover van het Raffles Hotel staat de Saint Andrews Cathedral, een volledig witgekalkte kerk in Engelse stijl. Het gebouw bevat opvallend weinig boeiende kunstschatten die je bij zo'n kathedraal zou verwachten. Ons oog viel wel op een klein bordje dat informatie gaf over het bouwjaar. En dat de kerk gebouwd werd door dwangarbeiders die uit Brits India waren overgebracht. Het gaf ons beiden datzelfde wrange gevoel dat we kenden toen we een paar jaar geleden het Vaticaan bezochten. Over hoe ver de uitvoering en de boodschap van mekaar kunnen liggen bij religie.

Amper 20 minuten wandelen van Raffles Hotel ligt Arab Street. Hier in Singapore is dit al voldoende om opnieuw volledig bezweet te zijn. Onze zweetklieren hebben de voorbije weken echt overuren gedraaid.
Bij onze aankomst 3 weken geleden namen we de tijd om Chinatown en Little India te verkennen. Arab Street (eigenlijk is het meer een wijk dan een straat) is een opeenvolging van heel erg mooie huisjes uit de koloniale tijd. Die huisvesten winkeltjes waarbij de klerenmakers en stoffenverkopers het meest opvallen. Die worden door Indiërs uitgebaat want op enkele verkopers van Perzische tapijten na zijn er amper Arabieren te zien in Arab Street. Die stoffen zijn wel onbeschrijflijk mooi, kleurrijk en versierd met goudbrokaat en sierlijk borduurwerk. Er worden hemden, kleedjes, pakken op maat gemaakt voor geen geld. Heel verleidelijk allemaal en je moet wel je hand op je portefeuille houden of je geeft alles uit wat je bij hebt.

Centraal staat de Sultan Moskee, een gebouw dat weggelopen lijkt uit de sprookjes van duizend-en-een-nacht. Gouden koepels en sierlijke minaretten maken het plaatje af. We hebben het punt van verzadiging bereikt wat betreft het bezoek aan gebouwen dus hielden we het bij de buitenkant van de moskee. In de plaats daarvan gingen we even kijken in het Heritage Center dat aan de overkant van de straat ligt. Het geeft een forum aan enkele kunstenaars (keramisten en batik artiesten) die er hun werken exposeren. Mooie dingen voor de mensen.

Na drie weken Maleisische, Indische, Chinese, Japanse, Indonesische en andere pikante spullen krijgen we geen rijst of noedels meer door onze keel. We vonden gelukkig een zaak die zich als Zweeds zijnde profileert en waar we konden genieten van een heerlijke sandwich met gerookte zalm en zowaar een vers slaatje erbij. Zalig was dat.
Geen klachten over het eten hier in Singapore en Maleisië. Integendeel. De rijkdom aan smaken, de weelde aan kruiden en de voor ons onbekende smaken van tropische groenten en vruchten zullen nog lang blijven plakken aan onze smaakpapillen. Maar met België terug in zicht kan je niet geloven hoe we verlangen naar een eenvoudige braadworst of een varkenskotelet.

Dat zien we als een goed teken want het verlangen naar huis betekent voor ons dat onze rondreis geslaagd was, dat we echt vakantie genomen hebben en dat we met volle teugen genoten hebben van dit kleine avontuur.

Maleisië en Singapore zijn, als we het vergelijken met West-Afrika, prima landen om als Westerling te starten met verre reizen. Het is perfect mogelijk om alles zelf te organiseren via het internet. Vluchten, hotels, bussen, … je kunt het vol vertrouwen online reserveren en op je twee oren slapen dat alles prima geregeld is. En heel belangrijk, door deze aanpak konden we hier met zijn tweetjes 3 weken rondreizen voor de prijs van 1 persoon in een georganiseerde trip. Je moet er natuurlijk van houden om zelf te organiseren, maar voor ons is dat al de helft van het plezier.

Algemeen kunnen we stellen dat het veilige landen zijn om in rond te reizen (met uitzondering van Sandakan waar je de stad beter mijdt na zonsondergang), dat de mensen er uitermate vriendelijk zijn en waar je nog zeer veel kunt zien van het authentieke leven als je maar wegblijft van de toeristenvallen.

Vermeldenswaardig is de kwaliteit van eten en drinken. Na een paar dagen begonnen we dan toch ijs te vragen in onze drankjes en begonnen we verse slaatjes en vruchten te eten. We vermoeden dat de voedselveiligheid hier voor een zuiders land hoge normen haalt. Dat is toch wat onze maag en darmen ons de voorbije weken lieten weten. De enige dag dat we wat toerista hadden was na een bezoek aan een 'Italiaans' restaurant in Kota Kinabalu. Het was er echt niet lekker, veel te duur en duidelijk niet goed klaargemaakt. Onze boodschap: ga eten waar de lokale mensen eten. Je krijgt er zeer veel en lekker eten voor een prikje en het is veilig. Je moet er natuurlijk niet de groezelige eetstalletjes uitpikken maar die zijn dan ook zo vies dat je er gewoon niet aan eten denkt. Als je ziet hoe er hier in deze tropische temperaturen met verse vis en kip omgegaan wordt dan stellen we ons toch serieuze vragen of we in Europa op dit punt niet overdrijven. Anderzijds kennen ze in Maleisië ook wel iets van overdrijven. Meer bepaald de gekte rond de Mexicaanse griep jaagt er de prijzen van de mondmaskers tot waanzinnige hoogten.

Het land is duidelijk nog in ontwikkeling maar stelt zich als doel om tegen 2020 een volwaardige industriestaat te zijn. Deze zucht naar ontwikkeling staat soms in contrast met enkele achterlijke gewoonten die vaak in religieuze hoek te vinden zijn. Zo lazen we in de krant de stelling van een moslimgeleerde die zei dat een lichaam veel ontvankelijker is voor de Mexicaanse griep als het zuur is. Die slechte zuurtegraad kwam er enkel als je masturbeert of homoseksuele contacten onderhoudt, normale betrekkingen tussen gehuwde partners vormden geen gevaar.
En vandaag nog lazen we dat een jonge moslimvrouw, moeder van 2, veroordeeld werd tot 6 stokslagen wegens het nuttigen van een biertje in een hotel. Uitvoering van straf volgende week. Het zal de eerste keer zijn sedert de onafhankelijkheid dat een dergelijke middeleeuwse straf uitgevoerd wordt. Ze moet als voorbeeld en waarschuwing dienen voor andere moslims dat ze van de drank moeten afblijven. Dit ruikt naar opkomend fundamentalisme en dat is naar onze mening niet goed. Belangrijk detail. De vrouw eist dat de straf in het openbaar uitgevoerd wordt aangezien ze als voorbeeld moet dienen. Maar noch de islamitische rechtbank, noch de bevoegde minister hebben het lef om daar op in te gaan. Moedige madam, laffe rechters. De krant stelt zich terecht vragen over de verhouding tussen misdrijf en straf en rond de klap voor het imago van een land dat zich als hedendaags wil profileren.

Nu, geen waardeoordeel van onze kant want als we de forums van de Vlaamse kranten lazen om bij te blijven zat het er vol van de roepers die de invoering van lijfstraffen en doodstraf eisten. Aan de berichten in de Maleisische en Singaporese pers te zien heeft dat allemaal weinig effect. Hier bestaat het effectief en het genre misdaden waar je over leest verschilt in niets met wat er bij ons gebeurd.

Update: Ondertussen zijn we veilig en wel aangekomen in de luchthaven van Dubai (Verenigde Arabische Emiraten).